Wat vooraf ging: Cor heeft nicotinepleisters om van het roken af te komen en Sjaan heeft een verrassing voor hem.
Er stopt een bestelbus in de straat. Op de zijkant staat DHL. De koerier stapt uit en belt aan bij Cor en Sjaan. “Sjaan, er staat een knul voor de deur met een pakket. Is dat voor…?” Cor kan zijn zin niet afmaken, want Sjaan komt aangedribbeld en doet vrolijk de deur open. “Goeiemiddag.”
“Wilt U hier even een krabbeltje zetten?” vraagt de koerier en reikt haar een pen aan. Sjaan dribbelt weer terug naar de woonkamer om haar leesbril te halen, maar als ze terug komt bij de voordeur is de koerier al weggereden en heeft het pakket voor de deur laten staan. “Krijg helemaal het heen en weer.”, moppert Sjaan. “Hoe krijg ik dit nou boven?”
“Wat moet er naar boven?”, Cor is naast haar komen staan, maar wordt door Sjaan meteen terug de woonkamer ingeduwd. “Het is een verrassing! Voor jou!”, roept ze blij uit. Cor weet niet wat hem overkomt. Een verrassing, voor hem? En dat van Sjaan? Er komt een grijns op zijn gezicht, maar meteen krijgt hij argwaan. Wie zegt hem dat de verrassing die Sjaan voor hem in petto heeft een blijde verrassing is?
Uren later (zoon Herman en schoonzoon Patrick werden opgetrommeld om de verassing voor Cor naar boven te sjouwen en te monteren) mag Cor eindelijk naar boven komen. “Kijk eens!” zegt Sjaan als ze de deur van de logeerkamer open zwaait. “Een fiets. Voor de kleinkinderen?” “Ja, dat mag ook, maar hij is voor jou. Om aan je conditie te werken. En misschien klim ik er ook een keer op. Geweldig, toch?”
Om zoveel enthousiasme kan Cor niet heen en hij stelt zich coulant op. “Wat een goed idee, Sjaantje. Dank je wel.” Als Hanneke de volgende dag naar de straat in komt fietsen om bij haar ouders naar de nieuwe hometrainer te komen kijken, ziet ze haar vader boven uit het raam hangen. Er kleeft een dun sigaartje aan zijn onderlip.
Als Cor zijn dochter ziet, maakt hij het mondje-dicht-gebaar door zijn wijsvinger tegen zijn lippen te houden. Hanneke knipoogt; ze is geen verklikker en ook geen politieagent. Als ze even later gezellig in de woonkamer met haar moeder zit te babbelen, zegt Sjaan: “Ik ben echt trots op je vader. Hij zit al drie kwartier op zijn hometrainer. Ik ben zelf al na vijf minuten doodop. Goed van hem, he.” Hanneke verslikt zich bijna in haar koffie.
