Wat vooraf ging: Cor heeft van Sjaan een hometrainer gekregen zodat hij thuis aan zijn conditie kan werken.
Als Cor ’s ochtends beneden komt, lijkt het wel of hij een stukje film kwijt is. De halve kamer is ontruimd en het meubilair staat nu in de achtertuin. Achter in de tuin ziet hij Sjaan staan. Ze staat kleedjes uit te kloppen of haar leven er vanaf hangt. Wat heeft hij gemist in dit alles?
“Waarom staat mijn stoel in de tuin? Gaan we verhuizen, of zo? “vraagt Cor, als Sjaan weer binnenkomt. “Help even mee, als je wilt. Het vloerkleed moet naar buiten zodat ik het kan kloppen.”,en Sjaan begint al aan een punt van het vloerkleed te trekken. Cor moet haastig opzij stappen om niet omver getrokken te worden. “Waar ben jij nou helemaal mee bezig? Gaan we kamperen in de tuin?” Cor voelt niets voor deze veranderwoede van Sjaan en loopt naar de keuken om een boterham voor zichzelf te smeren.
“Is er nog geen koffie? ” vraagt hij teleurgesteld als hij een kopje uit de kast heeft gepakt. “Cor, alsjeblieft, zeg. Daar heb ik gewoon geen tijd voor gehad, hoor. Help je me nou even mee, of moet ik alles weer zelf doen?” Terwijl Cor haar helpt om het kleed naar buiten te dragen, vraagt hij zich af of dit opkriebelende hormonen zijn die dit bij zijn vrouw teweeg brengen. Als het kleed met de mattenklopper (uit een ver verleden bewaard gebleven) flink is uitgeklopt, en Sjaan zich eindelijk tijd gunt om even te zitten zegt ze:
“Ik ben met de grote schoonmaak begonnen. Net zoals mijn moeder vroeger deed. Ik heb gelezen in de Margriet dat dat niet alleen goed is voor de hygiëne in huis, maar ook goed is voor je mentale gezondheid.” Zo! Dat had ze even goed verwoord, vindt ze zelf.
“Oh ja?” zegt Cor alleen. En hij vraagt zich af wat er gaat volgen op deze “grote schoonmaak”. Het opnieuw behangen van de wanden, schilderen van de deuren? Hij moet er niet aan denken! Want dit soort klussen schuift Sjaan altijd door naar hem, dat is duidelijk.
“Jij nog koffie?” Sjaan brengt twee mokken koffie de woonkamer in , waar ze plaatsnemen op de bank, een van de weinige meubelstukken die ze niet in haar eentje naar buiten heeft kunnen sjouwen. De tafel lukte maar net, de zes stoelen gingen prima, de bijzettafeltjes, de schemerlampen, de planten, de kleedjes, de grote klok aan de muur, het theekastje, de stoel van Cor was ook even lastig, maar stond even later ook buiten. Sjaan heeft zwaar werk verricht en kijkt met een tevreden blik de kamer rond.
“Weet je wat er nou eigenlijk eerst moet gebeuren?” vraagt ze aan Cor. Daar ga je het krijgen, denkt Cor. Maar dan wordt Cor gered, niet door de bel, maar door de weergoden. Het begint opeens te regenen. Eerst zachtjes, maar al heel snel stort het hemelwater zich spetterend op de inboedel in de tuin. “Goeie hemel!”, roept Sjaan. “Het zou droog blijven vandaag!” Voor het eerst is Cor blij met een onverwachte plensbui en met een grote grijns op zijn gezicht helpt hij Sjaan de hele boel weer binnen te zetten. Voorlopig is het klaar met de “grote schoonmaak”.
